8 Redenen waarom het de Week Tegen Pesten heet
“Waarom maar één week in het jaar? En waarom heet het niet de Week van de Vriendschap?" Dit zijn de 8 redenen waarom het wél de Week Tegen Pesten heet.
Verder lezen
'Spreken is zilver, zwijgen is goud'. Deze tegeltjeswijsheid is algemeen bekend, maar gaat niet altijd op. Eén voorbeeld daarvan is in het geval van pesten. Als leerlingen die op school gepest worden zwijgen over wat er met hen aan de hand is, kunnen leerkrachten vaak niet de hulp en emotionele steun bieden die juist zo hard nodig is. Maar hoe komt het dat praten over pesten zo moeilijk is? En wat kun je als leerkracht doen om de melddrempel te verlagen?
Praten over pesten is niet makkelijk. Gepeste leerlingen schamen zich vaak, denken dat ze anderen onnodig met hun problemen opzadelen, of zijn bang dat het pesten alleen maar erger wordt als ze anderen erin betrekken. Ook kunnen leerlingen redenen hebben om het specifiek niet aan hun leerkracht te vertellen. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat de leerkracht het niet serieus neemt of dat de pesters wraak nemen op de “klikspaan” die met de leerkracht heeft gepraat. Dit kan tot gevolg hebben dat de gepeste leerling liever zwijgt.
In een onderzoek bij duizenden Nederlandse leerlingen in groep 6 t/m 8 (Orobio de Castro et al., 2018) vonden we dat ongeveer een kwart van de gepeste leerlingen dit aan niemand vertelt. Eén op de vier blijft dus onder de radar. Hulp en emotionele steun, waaronder die van de leerkracht, blijven dan uit. Dit is alarmerend, omdat gevolgen van pesten zich opstapelen en levenslang littekens kunnen achterlaten als er niets aan de pestsituatie verandert.
Daarentegen vonden we in ditzelfde onderzoek dat driekwart van de gepeste leerlingen het gelukkig wél aan iemand vertelt. Leerlingen deelden hun verhaal dan het vaakst met hun ouders, daarna met vrienden, op de voet gevolgd door leerkrachten. Áls gepeste leerlingen praten over pesten is de leerkracht dus één van de voornaamste personen om dit mee te doen. Alsnog kunnen leerlingen een duwtje in de goede richting gebruiken om de melddrempel te verlagen.
Onderzoek toont aan dat de dagelijkse omgang van de leerkracht met leerlingen al kan helpen om pesten te verminderen. Voorbeelden van het stimuleren van een goede relatie zijn een persoonlijke begroeting bij de deur of een weekopening waarbij alle leerlingen mogen vertellen wat hen bezighoudt. Een positieve relatie kan leerlingen het gevoel geven dat ze altijd bij hun leerkracht terecht kunnen met problemen, dus ook bij pesten.
“Samen aan zet” is dus ook bij praten over pesten van toepassing. Het is daarom aan te raden om in de klas een helder onderscheid te maken tussen melden en klikken. Door te melden zoekt een leerling hulp zodat het pesten stopt, bij klikken wil diegene alleen dat anderen (bijvoorbeeld pesters) in de problemen komen. Dit onderscheid kan ook melden door klasgenoten van de gepeste leerling vergroten, omdat die vaak bang zijn om zelf het volgende slachtoffer worden als ze naar de leerkracht stappen.
Gepeste leerlingen kunnen onder de radar blijven als ze dit aan niemand durven te vertellen. Denk hierbij aan leerlingen die steeds als laatste gekozen worden bij spelletjes, waarvan de cijfers ineens omlaag gaan of die in de pauze treuzelen om buiten te gaan spelen.
Een grote angst van gepeste leerlingen is dat het pesten erger wordt. Daarom is belangrijk om de situatie altijd serieus te nemen, aangezien een gepeste leerling soms al veel heeft moeten doorstaan voordat hij of zij aan de bel trekt. Geef daarom ook aan dat er geen acties worden ondernomen achter de rug van die leerling om. Zo voorkom je dat een gepeste leerling bij een volgende pestsituatie zwijgt.
Toch is het goed om te realiseren dat er meerdere wegen naar Rome zijn. Als leerlingen niet durven te praten over pesten tegen hun leerkracht, kunnen zij dit ook op andere manieren kwijt. Bijvoorbeeld met een doos in de klas waar leerlingen anoniem briefjes in kunnen doen, waardoor degenen die praten te spannend vinden toch dingen kunnen delen met hun leerkracht. Daarnaast kunnen leerlingen terecht bij het aanspreekpunt pesten van hun school. Ook De Kindertelefoon kan goed functioneren als luisterend oor. Pesten staat daar steevast in de top drie van meest besproken onderwerpen, wat aantoont dat de behoefte van kinderen om te praten over pesten groot is. Misschien kan een anoniem gesprek gepeste leerlingen helpen beseffen dat praten oplucht. En nét het duwtje in de rug geven om dit ook tegen iemand in de eigen omgeving te zeggen.
Om te voorkomen dat gepeste leerlingen onder de radar blijven en hier jarenlang last van hebben, is het dus belangrijk dat leerlingen weten dat praten over pesten oplucht.
Door als leerkracht zelf en samen met de groep in te zetten op een veilige, positieve sfeer in de klas waarin melden de norm is en de wens van de gepeste leerling centraal staat, wordt de melddrempel hopelijk verlaagd.
In het geval van pesten kan de tekst op het tegeltje dan worden omgedraaid: ‘Zwijgen is zilver, spreken is goud’.